-
Opdrachtgever(s)CORES Development
-
BouwplaatsAntwerpen
-
ProjectarchitectEvi Van Schooneveld
-
ArchitectenteamRoxanne Delbaen, Eva Maussen, Joke Verstraete, Anke Vandenbempt
-
Jaar2018-
-
StatusOntwerp
Voormalige woonzorgcampus van Gasthuiszusters Antwerpen maakt plaats voor eigentijds kwalitatief hotelconcept Motel One
De bestaande bebouwing wordt volledig gesloopt. Het gaat om de woonzorgcampus Gasthuiszusters Antwerpen Zorgen en Wonen.
De volledige sloop van deze bebouwing maakt plaats voor een eigentijds kwalitatief gebouw, voorzien van de hedendaagse comfortnormen en aangepast aan de context: Motel One.
De gemeenschappelijke ruimtes (lobby en hotelbar) zijn gelegen aan de zijde Oever. De 221 hotelkamers zijn verspreid over twee volumes die ondergronds met elkaar verbonden worden. Deze ondergrondse verbinding is niet enkel functioneel maar wordt ook benut als ontbijtruimte, gelegen aan de patio, met zicht op een groene helling die oploopt tot het niveau van het gelijkvloers.
Het binnengebied telt twee terrassen, één gelegen aan de hotelbar/lobby op de gelijkvloerse verdieping en één in de patio aan de ontbijtruimte op niveau -1.
Op het gelijkvloers aan kant Oever komt het onthaal en de lobby van het hotel evenals een publiek toegankelijke bar. Deze open ruimte heeft grote raamopeningen aan de straat- en tuinzijde. Met deze plint zal het project zijn ambitie naar de recent heraangelegde Oever versterken door een zichtrelatie te creëren tussen het groene binnengebied en Oever. Hierdoor zal de levendigheid van het hotelprogramma en het karakter van het binnengebied zich ook veruitwendigen naar het plein zijde Oever.
De gelijkvloerse verdieping aan kant Scheldeken bevat hotelkamers. Om de nodige privacy van de hotelgasten te garanderen, werd dit niveau verhoogd. Op verschillende momenten doorheen de dag zal levendigheid zichtbaar zijn door aanwezigheid van hotelgasten en hotelpersoneel. Bovendien zal de introductie van groen zowel de verblijfskwaliteit van de hotelkamers vergroten alsook de beleving in de straat.
Het binnengebied is enerzijds bereikbaar via de lobby/hotelbar, alsook via twee brede doorgangen vanuit het Scheldeken. Hierdoor wordt het huidig gesloten binnengebied van de woonzorgcampus toegankelijk voor passanten en zijn zichten vanuit het Scheldeken naar het open en groene binnengebied mogelijk.
De gevel aan zijde Oever wordt uitgewerkt in een base-body-head geleding in relatie tot het globale straatbeeld. Zo gaat de ‘base’ de maat opzoeken van de commerciële ruimtes van de andere panden in de straat terwijl de ‘body’ de verfijning wordt van deze maat. Het verticaal optrekken en op de grond plaatsen van een uitgesproken raster relateert aan de maat van de bestaande rijwoningen. Een teruggetrokken laag werkt als bekroning (‘head’) van dit ensemble.
De volumetrische trap aan zijde Scheldeken zorgt voor een eerste gevelgeleding op maat van de smalle straat Scheldeken. Daarnaast refereert deze gevel naar de voorgevel zijde Oever door gebruik te maken van hetzelfde raster. Dit raster is echt er iets massiever en sluit zo beter aan bij de gebouwen in deze straat.
Aan zijde Oever is, in aansluiting van de (beschermde) stadsgezichten rondom het project, gekozen voor een uitwerking met minerale materialen in een lichte tint.
De gevel uit lichtkleurig steenachtig materiaal (architectonisch beton, natuursteen…) is uitgewerkt als beglaasd frame. Het dieperliggend buitenschrijnwerk wordt in bronskleurig aluminium voorzien, net zoals de geaccentueerde verluchtingskasten op niveau +1, +2 en +3 die gelijkkomen met de voorkant van het beton. De stedelijke gelaagde plint in steenachtig materiaal wordt voorzien van dieperliggende kaders in steenachtig materiaal, afgewisseld met een verticaal onderverdeeld frame.